Quantified Self wordt in rap tempo populairder. Het is fantastisch om mee te maken hoe het QS-Institute momenteel in de lift zit. We krijgen steeds meer aandacht in de media; vorige week waren we zelfs op de nationale TV, in het programma Labyrint van de VPRO.

Leren van data Onder de titel ‘De meetbare mens – een goudmijn aan data’ werd een mooi portret geschetst van het QSI (met hoofdrollen voor Joost Plattel en ondergetekende).

We deelden de zendtijd van het programma met een item over het Nederlands Honkbalteam, dat heel ver gaat met het digitaliseren van hun spelers en de tegenstanders, om nóg beter te worden. Door op basis van een heleboel verzamelde data te voorspellen wat er in bepaalde situaties zou kunnen gebeuren en hiermee steeds minder aan het toeval over te laten. Wat het Honkbalteam hier doet op één heel specifiek gebied, is in feite hetzelfde als waarmee de QS beweging zich in breder opzicht bezig houdt, namelijk met het verzamelen, analyseren en interpreteren van data, om ervan te leren.

Meten als het nuttig is Door de toenemende beschikbaarheid van sensoren, apps en gadgets is dit kwantificeren de laatste tijd in een stroomversnelling gekomen. Is straks iedereen de hele dag bezig zijn leven te kwantificeren? Vast niet. Er zijn een heleboel mensen die het helemaal niet leuk vinden om dingen over zichzelf bij te houden. Of ze worden al moe bij het idee. Toch is mijn verwachting dat – het wordt ons immers zo makkelijk gemaakt – steeds meer mensen enige vorm van zelfmeting in hun leven gaan integreren. Zo niet dagelijks, dan wel gedurende perioden waarin het wenselijk is inzicht te krijgen in bepaalde gewoontes of lichamelijke processen, bijvoorbeeld als er gezondheidsproblemen zijn.

Objectieve data Dat je jouw eigen smartphone en natuurlijke omgeving kunt gebruiken als laboratorium levert een enorme efficiencyslag op; voor heel veel metingen hoef je niet meer naar het ziekenhuis en is er geen dure apparatuur meer nodig – mits de gebruikte apps en sensoren valide zijn natuurlijk. Een ander voordeel is dat zelfmeting objectieve informatie oplevert. Dat kan heel handig zijn voor een arts, die het nu nog vaak moet doen wat de patiënt vertelt. Herinneringen van een patiënt – hoe is het gegaan sinds het laatste bezoek, is de medicatie tijdig ingenomen et cetera – zijn vaak gekleurd en daarmee niet altijd even betrouwbaar. Quantified Self levert, zowel op individueel niveau als op grotere schaal een goudmijn aan data op en kan de wijze van onderzoek in de gezondheidszorg compleet veranderen.

Apps Apps die voorbij kwamen in de uitzending:

Foodzy – eetgedrag
Withings – o.a. gewicht, bloeddruk
Snorelab – snurken
Lift – meet elk doel dat je stelt, bv aantal boeken dat je wil lezen
Tell me baby – meet op welke dagen je meeste kans hebt op conceptie jongen of meisje (een app die is ontwikkeld door oud-studenten van de Hanzehogeschool!)
Zeo – slaap
Asthmapolis – astma
Fitbit – beweging

Meer weten? Het Quantified Self Institute van de Hanzehogeschool in Groningen stimuleert gezonde leefstijl (big five) door een combinatie van technologie, wetenschap en fun. Oh ja, 11 juni is er weer een QS meetup in Groningen.

Door Martijn de Groot

Bron: Digitale Zorggids, 19 maart 2013